Koelvloeistof

 De locatie van de koelvloeistofreservoirs kan verschillen, afhankelijk van de auto.

  • het reservoir 1 wordt gebruikt om het motorcircuit en de accu te koelen;
  • reservoir 2 wordt gebruikt om het circuit van het passagierscompartiment te koelen.

Controle van het peil moet bij stilstaande motor en op horizontale ondergrond plaatsvinden. Voor elk reservoir moet het peil bij koude motor liggen tussen "MINI" en "MAXI" op de koelvloeistofreservoirs1 en 2.

Vul bij koude motor bij, voordat het peil onder de markering "MINI" zakt.

Opmerking: bij een nieuw voertuig in de inrijfase kan het vloeistofpeil hoger zijn dan het MAXI-peil op de tank; later kan het zakken naar een peil tussen MINI tot MAXI. Dit levert geen risico op.

tip

Als het vloeistofpeil abnormaal is of herhaaldelijk daalt, raadpleeg dan een erkende dealer.

warning

Zolang de motor warm is, mogen er geen werkzaamheden aan de motor en het koelsysteem worden uitgevoerd.

Risico op brandwonden.

warning

Het aandrijfsysteem van het elektrisch voertuig maakt gebruik van elektrische hoogspanningsstroom.

Dit systeem kan tijdens en na het uitzetten van het contact onder spanning staan.

Let op de waarschuwingen op de stickers in de auto.

Elke handeling of wijziging aan het elektrische "hoogspanningssysteem" van het voertuig (componenten, kabels, connectoren, tractiebatterij) is strikt verboden.

Risico van ernstige brandwonden of mogelijk dodelijke elektrische schokken.

Bovendien kan de ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Het waarschuwingslampje in de motorruimte herinnert u hieraan.

Verwondingsgevaar

Regelmatige controle van het peil

Controleer regelmatig elk koelvloeistofpeil; te weinig koelvloeistof kan de motor en batterij ernstig beschadigen.

Vul uitsluitend bij met door onze technische dienst goedgekeurde producten die zorgen voor:

  • bescherming tegen bevriezen;
  • een bescherming tegen corrosie van het koelcircuit.

Interval voor het vervangen

Raadpleeg het onderhoudsboekje van uw auto.

warning

Kom niet onder de motorkap terwijl de auto wordt opgeladen of wanneer het contact niet is uitgezet.

warning

Controleer bij werkzaamheden onder de motorkap, of de schakelaar van de ruitenwisser in de stand uit staat.

Verwondingsgevaar

Remvloeistofpeil

 Controle van het peil moet bij stilstaande motor en op horizontale ondergrond plaatsvinden. Controleer regelmatig het peil van de remvloeistof en zeker als u bij het remmen een verschil, hoe gering ook, opmerkt.

Interval voor het vervangen

Raadpleeg het onderhoudsboekje van uw auto.

tip

Als het vloeistofpeil abnormaal is of herhaaldelijk daalt, raadpleeg dan een erkende dealer.

Vullen

Na werkzaamheden aan het hydraulische circuit moet de remvloeistof worden vervangen door een deskundige. Gebruik hiervoor uitsluitend door onze technische dienst goedgekeurde remvloeistof uit een verzegelde verpakking.

Peil 1

Het is normaal dat het peil daalt naarmate de remblokken slijten, maar het mag nooit beneden de markering MINI komen.

Als u zelf de slijtage van de remschijven wilt controleren, dan kunt u bij de merkdealer of op de website van de fabrikant een document verkrijgen met een controlemethode.

ruitensproeierreservoir

Vullen

Open de dop 2, vul tot u de vloeistof ziet en sluit de dop weer.

Vloeistof

Gebruik alleen ruitensproeiervloeistof met antivries.

Wij adviseren u een erkende dealer of een gekwalificeerde vakman te raadplegen.

Opmerking: gebruik geen hard water (risico op beschadiging van de aanzuigpomp, kalkafzetting op de pomp en de sproeiers).