Bedieningsknoppen op het scherm

Bediening bij het stuurwiel

Bediening onder het stuurwiel

Gebruiksmogelijkheden

Functie

1

Multimediascherm.

2

Het volume verhogen.

3

Kort indrukken: "Radio - Muziek UIT"/"Radio - Muziek AAN", "Display in stand-by", "Scherm schoonmaken ", "Stand-by".

Ingedrukt houden (ongeveer vijf seconden): geforceerde uitschakeling van het multimediasysteem.

4

Het volume verlagen.

5

Kies de audiobron.

6

Blader door de radiozenders of audiotracks en mappen (afhankelijk van de apparatuur).

7

Kort indrukken:

  • het volume van de actuele bron verhogen.

Druk lang op de schakelaar (ongeveer 5 seconden):

  • het geforceerd dempen van audio deactiveren.

8

Kort indrukken:

  • het volume van de actuele bron verlagen.

Druk lang op de schakelaar (ongeveer 5 seconden):

  • het geforceerd dempen van audio activeren.

7 + 8

Kort indrukken:

  • het radiogeluid dempen/herstellen;
  • de audio-track onderbreken of afspelen;
  • de synthesizer van de spraakherkenning onderbreken.

Druk lang op de schakelaar (ongeveer 5 seconden):

  • geforceerd dempen van de audio in-/uitschakelen.

9

De afspeelmodus van de radiozenders ("Lijst", "Favorieten") wijzigen.

10

Als de telefoon niet is verbonden met het multimediasysteem:

  • open de koppelingsfunctie van de telefoon.

Als de telefoon is verbonden met het multimediasysteem:

  • ga naar de Telefoon wereld ;
  • neem op of hang op bij een oproep.

11

Kort indrukken:

  • "Google Assistent" spraakherkenning in- of uitschakelen op uw multimediasysteem

Ingedrukt houden:

  • de spraakherkenning van uw telefoon activeren/deactiveren (alleen beschikbaar wanneer uw telefoon is verbonden met het multimediasysteem).

12

Kort indrukken:

  • scrollen en selecteren van modus DRIVE MODE.

Ingedrukt houden:

  • toegang tot de configuratie van de modus DRIVE MODE in gebruik.

Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk "Drive Mode, DRIVE MODE".

13

Kort indrukken:

  • gebruik de functie "Favorieten".

Ingedrukt houden:

  • ga naar de configuratie van de selectiefunctie "Favorieten".

Zie voor meer informatie het hoofdstuk "Gebruikersinstellingen"Gebruikersinstellingen.

14

Kies deze weergave op het instrumentenpaneel (bijv. navigatie op het instrumentenpaneel).