DRIVE MODE -menu

warning

Voer deze aanpassingen uitsluitend uit als de auto stilstaat.

Vanuit de "Voertuig" wereld hebt u toegang tot de "DRIVE MODE" via het menu "Drive Mode" 1. Via dit menu kunt u de werking van bepaalde ingebouwde systemen aan uw wensen aanpassen.

Rijstijl kiezen

De beschikbare modi kunnen variëren afhankelijk van de auto en de uitvoering. Selecteer in het menu "Rijmodus" 1 de gewenste modus:

  • « Save » ;
  • « Normal » ;
  • « Sport » ;
  • « Perso ».

Raadpleeg de handleiding van uw auto voor meer informatie over elk van deze modi.

« Configureren »

Selecteer de gewenste modus en druk vervolgens op "Configureren" 2 om de verschillende parameters van de volgende boordsystemen aan te passen:

  • « Stuurinspanning » ;
  • « Klimaat » ;
  • « Omgevingsverlichting » ;
  • ...

Opmerking:

  • sommige configuratiemenu's kunnen variëren, afhankelijk van de auto en het uitrustingsniveau;
  • u hebt ook toegang tot de verschillende modi door herhaaldelijk op de knop "DRIVE MODE" van uw auto te drukken. Raadpleeg de handleiding van de auto voor meer informatie.

Configureer " DRIVE MODE "

Het configuratiescherm "DRIVE MODE" bevat de volgende tabbladen:

  • "Rijden" 3 toont de functies die verband houden met het besturen van de auto;
  • "Leven aan boord" 4 toont de functies met betrekking tot de rijervaring.

Opmerking: de beschikbaarheid van de instellingen is afhankelijk van de "DRIVE MODE"-modus, het model en het uitrustingsniveau van uw auto.

Via het tabblad 5 kunt u "Modusinstellingen resetten":

" Rijden " instellingen

Vanuit het menu "Rijden" 3 kunt u de volgende onderdelen configureren:

  • « Engine » ;
  • « Motorgeluid » ;
  • « Alpine Drive sound » ;
  • « Stuurinspanning » ;
  • ...

« Engine »

Dit menu biedt diverse instellingen voor motorrespons:

  • « Normaal » ;
  • « Sport » ;
  • « Eco ».

Afhankelijk van de geselecteerde instelling worden het vermogen en het motorkoppel beter merkbaar waardoor de motor feller wordt.

« Motorgeluid »

Dit menu geeft u verschillende geluidsniveaus van de motor voor het interieur:

  • « Laag » ;
  • « Hoog » ;
  • « OFF ».

« Alpine Drive sound »

(afhankelijk van de uitrusting)

Dit menu biedt u verschillende soorten geluid die in het interieur worden gegenereerd, zoals acceleratiegeluid, remgeluid en de activering van de Overtake en de Launch Control:

  • "Alpine";
  • « Alternatief ».

« Stuurinspanning »

Dit menu biedt verschillende instellingen voor de stuurrespons:

  • « Laag » ;
  • « Midden » ;
  • « Hoog ».

Afhankelijk van de geselecteerde instelling kan de gevoeligheid van de stuurinrichting worden verhoogd of verlaagd, zodat u een balans krijgt tussen een soepele en een nauwkeurige stuurbediening.

" Leven aan boord " instellingen

Vanuit het menu "Leven aan boord" 4 kunt u de volgende onderdelen configureren:

  • « Omgevingsverlichting » ;
  • « Licht intensiteit » ;
  • « Klimaat » ;
  • ...

« Omgevingsverlichting »

U kunt dit menu gebruiken om de sfeerverlichting van het interieur in te stellen:

  • « Wijzigen » ;
  • « Persoonlijk ».

Voor meer informatie over "Omgevingsverlichting", raadpleeg de paragraaf "Sfeerverlichting" Sfeerverlichting.

« Licht intensiteit »

U kunt dit menu gebruiken om de helderheid van de sfeerverlichting aan te passen.

Voor meer informatie over "Licht intensiteit", raadpleeg de paragraaf "Sfeerverlichting" Sfeerverlichting.

« Klimaat »

U kunt dit menu gebruiken om de werking van de airconditioning aan te passen:

  • « Normaal » ;

    Met de instelling "Normaal" kunt u optimaal gebruik maken van de airconditioning.

  • « Eco ».

    Met de instelling "Eco" van de airconditioning kunt u de actieradius van de auto optimaliseren door in te spelen op de prestaties van de airconditioning (bijv. langere tijd om het gevraagde temperatuurinstelpunt te bereiken, enz.).

    Wanneer de instelling van de airconditioning "Eco" is geactiveerd, wordt het ECO-controlelampje 6 weergegeven op het multimediascherm.