Houd u altijd aan de wettelijke bepalingen inzake het slepen.

Voordat u de auto laat wegslepen of laat bergen met een platformwagen moet u, afhankelijk van het geval, ervoor zorgen dat de versnellingshendel in de stand N staat en/of dat de parkeerrem is vrijgezet.

Houd u aan de volgende instructies:

  • druk met de kaart in het interieur op de startknop zonder terwijl u het rempedaal intrapt;
  • zet de versnellingshendel in stand NVersnellingsschakelaar;
  • druk op startknop van de motor om deze te stoppen;
  • houd de startknop van de motor langer dan twee seconden ingedrukt zonder het rempedaal in te trappen. De accessoirefuncties ontvangen voeding: u kunt de voertuigverlichting gebruiken (alarmknipperlichten, remlichten, enz.). In het donker moet de auto verlicht zijn. Het bericht "+APC permanent geactiveerd" verschijnt op het instrumentenpaneel;
  • als de bestuurdersgordel is vastgemaakt, maakt u deze los;
  • open het bestuurdersportier;
  • zet de parkeerrem vrij terwijl u het rempedaal intrapt Elektronische parkeerrem.. Het bericht "Parkeerrem los" verschijnt op het instrumentenpaneel;
  • sluit het bestuurdersportier en vergrendel de auto niet (de modus "+APC permanent geactiveerd" moet geactiveerd blijven);
  • zodra het slepen is voltooid, houdt u de motorstartknop langer dan twee seconden ingedrukt zonder het rempedaal in te trappen (risico op ontlading van de accu). Het bericht "+APC permanent geactiveerd" verdwijnt van het instrumentenpaneel.

Sleepmogelijkheden

Het is absoluut verboden het voertuig te slepen met de voor- of achterwielen op de grond.

warning

Laat nooit gereedschap in de auto rondslingeren. Dit is gevaarlijk als u plotseling moet remmen.

Toegang tot de sleeppunten

Gebruik uitsluitend de sleeppunten voor 2 en achter 5 (en nooit de aandrijfassen of enig ander deel van de auto). Deze sleeppunten mogen alleen voor slepen worden gebruikt. Ze mogen nooit worden gebruikt om de auto direct of indirect op te tillen.

Opmerking: zorg ervoor dat u het trekpuntgebied met een doek beschermt wanneer u een platte schroevendraaier of vergelijkbaar gereedschap gebruikt.

Schroef het sleepoog 3 zo ver mogelijk vast met de hand.

U moet altijd het sleepoog 3 gebruiken.

warning

Zorg ervoor dat het sleepoog correct is vastgeschroefd.

Risico om het gesleepte object te verliezen.

warning

Bij stilstaande motor werken de stuur- en rembekrachtiging niet meer.

Standaarduitvoering

Sleeppunt voor 2

Druk op zone A en blijf drukken terwijl u aan zone B trekt om de klep 1 te openen.

warning
  • Gebruik een starre sleepstang. Indien u een touw of kabel gebruikt bij het slepen (als dit wettelijk toegestaan is), moet de auto die gesleept wordt nog kunnen remmen.
  • een auto die gesleept wordt, moet te allen tijde bestuurbaar zijn.
  • Accelereer en rem gelijkmatig en zonder schokken om te voorkomen dat de auto beschadigt.
  • In elk geval is een maximale snelheid van 25 km/u raadzaam.

Sleeppunt achter 5

Druk op zone C en blijf drukken terwijl u aan zone D trekt om de klep 4 te openen.