Overzicht van de installatie

warning

RISICO OP DODELIJK OF ERNSTIG LETSEL: controleer voordat u een achterwaarts gericht kinderzitje op de passagiersstoel voor plaatst, of de airbag is uitgeschakeld Kinderveiligheid: de passagiersairbag voorin uitschakelen, inschakelen.

Controleer de staat van de airbag nadat u een passagier laat plaatsnemen of een kinderzitje installeert.

Stoel niet geschikt voor het installeren van kinderzitjes.

Kinderzitje bevestigd met behulp van de gordel

Stoel geschikt voor bevestiging van een universeel goedgekeurd kinderzitje met behulp van een veiligheidsgordel.

Stoel waarop een kinderzitje met "B2"-goedkeuring mag worden bevestigd via de autogordel.

warning

Door het gebruik van een niet bij de auto passend kinderveiligheidssysteem wordt de baby of het kind niet correct beschermd. Het kan ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen.

warning

Controleer of uw kind altijd vastzit en het harnas of de gordel correct is afgesteld en aangepast.

Pas indien nodig de zitpositie aan.

warning

Het is verboden om een kinderzitje op de aangrenzende beschikbare stoel te plaatsen als de grote rugleuning op de andere stoelen is neergeklapt Plaatsen achter

Installatieoverzicht

De onderstaande tabel geeft een samenvatting van de informatie op het installatieschema om te voldoen aan de huidige voorschriften.

Type kinderzitje

Gewicht van het kind

Zitplaats voorin passagier

Zitplaatsen achter aan de zijkanten

Achterplaats midden

Met airbag uitgeschakeld

Met airbag ingeschakeld

Reiswieg dwars

Groep 0

< tot 10 kg

X

X

U (2)

X

Kuipzitje achterstevoren geplaatst

Groepen 0 of 0 +

< tot 10 kg en tot < 13 kg

U (1) (5)

X

U (3)

X

Kuipzitje/kinderzitje achterstevoren

Groepen 0 + en 1

< tot 13 kg en 9 tot 18 kg

U (1) (5)

X

U (3)

X

Kinderzitje vooruit geplaatst

Groep 1

9 tot 18 kg

X

U (5)

U (4)

X

Zittingverhoger

Groepen 2 en 3

15 tot 25 kg en 22 tot 36 kg

X

U / B2 (5)

U / B2 (4)

X

warning

(1) RISICO OP DODELIJK OF ERNSTIG LETSEL: controleer voordat u een achterwaarts gericht kinderzitje op de passagiersstoel voor plaatst, of de airbag is uitgeschakeld Kinderveiligheid: de passagiersairbag voorin uitschakelen, inschakelen.

X = Stoel niet geschikt voor het installeren van dit type kinderzitje.

U = stoel geschikt voor bevestiging met autogordel van een kinderzitje dat goedgekeurd is als "Universeel"; controleer of het gemonteerd kan worden.

B2 = stoelverhoger in groep 2 (15 kg tot 25 kg).

(2) Een reiswieg wordt dwars in de auto bevestigd en neemt ten minste twee zitplaatsen in beslag. Plaats het hoofd van het kind richting de binnenkant van de auto.

(3) Zet de stoel van de auto indien nodig zo ver mogelijk naar achteren. Voordat u een achterwaarts gericht kinderzitje installeert, beweegt u de voorstoel zo ver mogelijk naar voren. Zodra het kinderzitje is geïnstalleerd, beweegt u de voorstoel zo ver mogelijk naar achteren zonder dat deze het kinderzitje raakt.

(4) Verwijder in ieder geval de hoofdsteun van de stoel achter waarop het kinderzitje is geplaatst. Dit moet gebeuren nadat u het kinderzitje plaatst. Schuif de stoel vóór het kind naar voren, zet de rugleuning naar voren om contact tussen de stoel en de benen van het kind te voorkomen.

(5)Zet de stoel van de auto zo ver mogelijk naar achteren en zo hoog mogelijk en zet de rugleuning licht schuin (ongeveer 25°).