Introductie

Ze bestaan uit:

  • Gordelspanners in het oprolmechanisme (gordels aan de zijkant);
  • Krachtbegrenzers voor bescherming van de borstkas.

Deze voorzieningen worden gelijktijdig of afzonderlijk, afhankelijk van de ernst van de aanrijding, geactiveerd bij een frontale botsing.

Afhankelijk van de ernst van de aanrijding, kan het systeem het volgende veroorzaken:

  • blokkering van de autogordel;
  • De gordelspanner van het oprolmechanisme van de autogordel (die in werking treedt om de speling van de autogordel op te heffen).

Krachtbegrenzer

Vanaf een bepaalde hevigheid van de schok van de aanrijding komt dit mechanisme in werking om de kracht die de gordel op het lichaam uitoefent te begrenzen tot een draaglijk niveau.

Gordelspanners zijkant

De gordelspanners dienen ervoor om de autogordel strak tegen het lichaam te trekken en daardoor de inzittende in zijn stoel te drukken wat de effectiviteit van de gordel verhoogt.

Bij contact aan, kan tijdens een ernstige frontale aanrijding, afhankelijk van de ernst van de schok, het systeem de gordelspanner 1 activeren die onmiddellijk de gordel strak trekt.

warning
  • Laat al deze veiligheidsvoorzieningen controleren na een aanrijding.
  • Het is streng verboden zelf werkzaamheden uit te voeren aan het gehele systeem (gordelspanners, airbags, rekeneenheden, bedrading) of deze in een andere auto over te zetten.
  • Om te voorkomen dat het systeem onopzettelijk wordt geactiveerd en verwondingen veroorzaakt, mag uitsluitend deskundig personeel van de merkdealer aan de airbags werken.
  • Het elektrische ontstekingsmechanisme van de gordelspanners mag uitsluitend door speciaal opgeleid personeel met speciaal gereedschap worden gecontroleerd.
  • Laat de gaspatronen van de gordelspanners en de airbags door een merkdealer verwijderen voordat de auto wordt gesloopt.